17 December 2016

Duitsland, München. "Durst ist schlimmer als Heimwee".

Het stratenplan van Amsterdam in schilderijenvorm hangt in het museum "Alte Pinakothek", A.Cuyp, Van Ostade, d'Hondecoeter, F.Bol, Rembrandt, van Ruisdael, ter Borch. Wat konden we toen óók al geweldig schilderen! Ik ken de schilderijen uit boeken maar nu weet ik hoe groot ze in werkelijkheid zijn. Ook zie ik dat er soms onhandig geschilderd is. Dat is iets wat je niet voor mogelijk houdt maar toch zo blijkt te zijn.
De gekke koning van Beieren, Ludwig II, heeft in de omgeving van München droomkastelen gebouwd, hoog in de bergen. Er ligt sneeuw, er is niemand. De fontein is bevroren en zijn droom ook. De gouden boot, voortgetrokken door zwanen, ligt stil. Ik sta voor de dichte deur, heb dorst en heimwee naar huis. Maar eerst bier drinken in de grootste bierhal van de wereld waar de serveersters in dirndel gekleed zijn en de gasten in lederhosen liters bier wegzetten.
"Durst ist schlimmer als Heimwee" staat boven de deur. Daarom ben ik nog niet thuis.


15 December 2016

Oostenrijk, Wenen

Je zal het altijd weer zien: nét als je weggaat wordt het leuker. 's Morgens half acht staat de pan aardappels al te koken. Hongaarse Maria Gezler-Garzuly (70+) komt om de houtoven te stoken. Onderschat haar niet: tentoonstellingen in Japan, Duitsland, Frankrijk en ze is net terug uit Barcelona. Het avondmaal door haar gekookt bestaat uit aardappels met worst en als bijgerecht aardappels.
H. rijdt twee dagen (slapen in de auto,10 graden onder nul) naar Kecskemet om mij op te halen en we gaan via Wenen terug. Deze stad staat vol met beelden. Rond 1850 was het een explosie in de beeldhouwindustrie want op elke stoeptegel zie ik een bronzen staatshoofd te paard. Ik geef pittig weerwoord met mijn bladgouden jekker. Toch is deze barokke overdrevenheid zelfs mij teveel. De grauwe houtje-touwtje jas dan maar? Dat nooit, ik doe een gouden helm op, net als dit beeld.


13 December 2016

Pecs

Het is vier uur rijden met de bus naar de stad Pecs, vlakbij de grens van Joegoslavië. Het landschap is vlak en de eindeloze bossen met lange schaduwen zijn wit van de rijp tegen een helblauwe lucht. Het hostel in het centrum heeft acht matrassen op houten pallets per kamer. Slapen kost negen euro per nacht. Peer aan het plafond, deken voor het raam. Men slaapt gemengd. In het gemeenschapshok brandt de kacheloven op hout.
's Ochtends krijg ik een kop koffie van de Ierse gastheer in geruite pyjama. Hij is hier op doortocht op de motor met z'n vriendin. De gasten, twee broers, werkzaam in de bouw, eten, samen met hun zwangere hond luidruchtig een omelet. Er is een meisje dat een gat in de dag slaapt nadat ze de hele nacht uit is geweest. De paar dove mannen zie ik later op de dag in de stad ballpoints verkopen. Ben ik door een mug (?) gebeten? Welnee, maar vier beten en ik heb heerlijk geslapen. Pecs is een mooie stad vol gedecoreerde gebouwen. Ik krijg een rondleiding op de kunstacademie waar de keramiekopleiding bloeit. Ik zou er zo weer op school willen gaan.


7 December 2016

Busy little girl

Ik heb mijn oude thema van de dans gekozen en in een Hongaarse jas gedaan. Mijn dansbeelden dansen samen of alleen op de hoge barokke gebouwen die je vindt in de steden langs de Donau. De gebouwen zijn dikke slagroomtaarten van burchten met grote stenen beelden op hun gevels. Ze zijn zachtgroen, vaalgeel en oudroze gekleurd, wittig aan de randen, vol krullen en guirlandes. De Donau stroomt er met een pittig vaartje langs.
Ik lijd aan het "Busy little girl syndrome". In het begin lijkt het of het nergens heen gaat maar er staat nu toch een hele nieuwe collectie werk klaar. Ik heb hier nieuwe dingen geleerd en gedaan waar ik thuis nooit op gekomen zou zijn.
Deze serie is heel uit de oven gekomen. Een stuk donkerder van kleur en kleiner (krimp) dan ik dacht, dat wel. Deze laatste week plaats ik mijn overige werk in de oven en daarna is mijn Hongaarse keramiekavontuur afgerond.
En eens kijken of het "Lazy big woman syndrome" bevalt.






3 December 2016

De oven

Een klas scholieren uit een stad 300 km oostwaarts  staat de houtoven op de binnenplaats uit te laden. Ze dragen middeleeuwse leren jassen en mutsen met dikke pompons. Lege flessen wodka liggen her en der verspreid. Verderop stookt een magere jongeman vanaf gisterenavond 10 uur een andere oven. Vlammen en rook dringen  door de kieren naar buiten. Het is een speciaal ontworpen houtoven met verschillende kamers: op naar 1300 graden in drie dagen. Kruiwagens met hout worden af en aan gereden en vrijdag is het onze beurt. Een nacht lang doorstoken met drank in de bast maar dan heb je ook wat, schijnt het. Voor de zekerheid stook ik een electrisch oventje, snel en zeker, ongetwijfeld vast met prachtig resultaat en morgen al klaar.
De volgende dag komt mijn werk saai, suf en vlekkerig uit de elektrische oven, maar geen nood! Er is weer een stookgang ingezet en vol nieuwe hoop kijk ik als een hongerige hond naar de ovendeur.


29 November 2016

Haast

Soms heb je wèl- en soms heb je geen haast. Heel zelden heb je het allebei in dezelfde periode. Dat overkomt me nu. Haast om nog zoveel mogelijk te maken nu ik in de schwung van het maken zit en geen haast omdat er eigenlijk niks meer mogelijk is vanwege het drogen en stoken van de klei. Ik zoek de grens op, hoe snel kan je maken? Heel snel. Maar dat is niet snel genoeg en dus wordt het haast. Haast kan niet in keramiekland. Het materiaal laat zich niet dwingen. Of toch wel? Ik zet de verwarming op zijn hoogst, plaats mijn werkjes erop en de volgende morgen is het wit uitgeslagen van de droogte. Mag helemaal niet, klei wil alles langzaam. Ik wil alles snel. Dus ik hol alles uit tot de limiet, verwarm mijn studiootje tot een oven. Ik wil zeker nog vier dingen maken want ik heb haast. Dat krijg je met een nieuwkomer als ik, die denkt van alles te kunnen afdwingen! Het lukt me nog ook.


27 November 2016

Budapest

Overal staan bronzen beelden op pleinen, bruggen en in parkjes.  Eeuwen geleden was het een komen en gaan van Romeinen, Hunnen, Magyaren, Mongolen en Ottomanen. Ze hebben hier zoveel vreemde volken gezien dat ze daarom de intocht van vandaag stoppen? Het is groot vuildag in Budapest, hele inboedels liggen in grote hopen op straat, overspoeld door dakloos gespuis. Veel karpatenkoppen. Een laag communisme kleeft aan de berg oude computers, koffertelevisies en centrifuges . We drinken een kopje koffie in het duurste cafe met een explosie aan goud barok. Hotel Americain in Amsterdam lijkt hierbij vergeleken een hondenhok.



De Witte Koningin

Porselein is De Witte Koningin van de klei. Zìj stelt de eisen, de voorwaarden, de uitkomsten. Aan haar grillen dien je je, als porselein-keramist te onderwerpen. Jìj bent slaaf. Soms verplaats je een object van porselein voorzichtig maar toch is het kwaad dan al gebeurd: een haarscheur. Porselein kan vliesdun zijn, als papier en melkachtig doorzichtig.
Groot werk van porselein kan niet gemaakt, het materiaal is onvoorspelbaar, heeft te veel eigen karakter. Vele keramisten wijden hun hele leven aan het gevecht met deze klei. Niet velen winnen de strijd want De Witte Koningin regeert. Ik ben geen slaaf van De Witte Koningin want ik werk met groffe klei uit Kecskemét. Die doet precies wat ìk wil.


Een andere kloosterbewoonster

In Hongarije leer ik veel over andere plekken op de wereld. De juffrouw uit Singapore (42, vegetariër, keramiste) gaat eerst een dagje naar Budapest en dan een halve dag in het thermische bad liggen. Ze lanterfant lekker door de stad, hier en daar taartje eten of een zak chips. Ze koopt een fles  Hongaarse wodka en schenkt me bij de middagworst een glaasje. In Singapore, vertelt ze, wacht iedereen op zijn beurt. Het land is één grote peperdure stad, de kinderen weten niet wat een kip is en klei aanraken? Té vies. Je werkt twaalf uur, kijkt tv, je slaapt. Gooi je een propje op de grond: € 100 boete. De juffrouw reisde de hele wereld rond, Griekenland, Australië, Spanje. China was niet prettig, ze zag er warm hondenvlees op de markt. Hier houdt ze vrolijk vakantie, thuis werkt ze 'like a dog'. Ik snap waarom, ze wil haar hondenleven niet op een marktkraam tegenkomen.


De eerste oogst

De hele dag drentel ik rondom de oven. Hij moet afkoelen en dat duurt. Bij honderd graden wil ik kijken, maar dan duurt het nog lang voordat de deur open mag. Het is anders dan in Jingdezhen, daar kan je meteen de volgende dag al je resultaat zien. Hier niet. Eerst twee weken werken en wachten. Buiten slaat de regen tegen de ramen, en als de oven eigenlijk nog te heet is loer ik naar binnen. Oei, het rood is niet rood en het zwart niet zwart genoeg zie ik meteen. Maar als alles op de tafel staat ben ik blij. Dansen met de Hongaarse Hertog is het thema. Die hertog loopt hier ergens rond, of hij danst weet ik niet. Maar in mijn werk danst ie wel en hoe. Ik heb het zelf bedacht en gemaakt, het was er niet tòt ik het maakte. 
Met klei werken is veel moeilijker dan ik dacht. Er zijn gebakken kleien objecten gevonden van twintigduizend jaar oud. Keramisten hebben mijn diepe respect.


De stad in..

Na een week binnen de poort moet je toch eens buiten kijken. Er ligt nog steeds een laag herfstbladeren en ik loop door de vriendelijke straten van Kecskemèt. De huizen zijn zachtgeel of groen en lieflijk gedecoreerd. Het stuc valt de muren. Veel deuren zijn verveloos. Roestige ornamenten in de ijzeren hekken. De kerktoren draagt een ui als piek. Daar is het centrum al met de nieuwe shoppingmall! Ineens sta ik in H&M voor de spiegel. 
Het is meteen duidelijk: ik moet per direct nieuwe kleding kopen want in mijn fleecebroek en oude jekker oog ik als een beer in zijn winterhol. Zonder iets te kopen ren ik terug naar het klooster waar mijn eerste werkstuk in de oven staat te branden. Na twee weken isolatie ben ik al niet meer geschikt voor de gewone wereld.

Catacomben

De mensen zijn in de breedte gekleed, brede petten en brede jassen, truien met breedte strepen. Geen langwerpige tassen maar brede. Zelfs hun haar is in de breedte. Technisch specialiste (ook beetje breed) Klari troont me mee, ik moet zien hoe de kleur van mijn klei wordt na de bakking. We gaan een trap af, de catacomben in en ze opent met twee sleutels een stalen deur. Boven mijn hoofd bengelt een elektrische peer. Ik zie lange rekken vol met keramische kunstwerken van Japanners, Engelsen, Duitsers, Chinezen, Hongaren. 
We lopen door de ene na de andere gang, het houdt niet op. Van alle grote namen uit de keramiekwereld Is hier werk opgeslagen! Het is een wonder, deze verzameling. In wisselende tentoonstellingen wordt dit werk getoond. Bij het weggaan sluit Klari de stalen deuren zorgvuldig af, alsof het gevangenen betreft. Ik ben vergeten te kijken naar de kleur van mijn klei.


Het klooster

Hongarije, Kecskemét.
Er is haast niemand in het centrum, behalve de ovenbouwer en de technische specialiste. Mijn dagritme: om vijf uur wakkerworden, schrijven, lang douchen (een luxe!) en na brood met worst werk ik tot klokslag twaalf. Dan wandel ik door het dorpsstraatje naar het familierestaurant om de hoek en eet een bordje met het menu van de dag. In een geëmailleerd pannetje thuis opeten is goedkoper maar dat doe ik natuurlijk niet! Ik werk door  tot het donker is, om half zes. Daarna val ik in een soort suffig niets. Een glas wijn, een snee brood en wachten op de morgenstond. De enige haast die ik heb is het volgen van het licht, het is steeds vroeger donker en het licht heb ik nodig. Maar het is vrijdagavond en dus feest in het familierestaurant met een band die muziek speelt uit de zestiger jaren!

3 November 2016

Hongarije

Een bordje eten voor drie euro.
Ik kom aan in een verlaten kloosterachtig centrum (grote houten poort). Een dik tapijt van gele bladeren bedekt de bolle keien. Behalve de portierster is het centrum totaal verlaten want het is Aller Heiligen. Mijn bed, zestig centimeter breed, past net in het kamertje. Er is een bibliotheek stampvol jaargangen National Geographic. Het meubilair dateert uit de jaren zeventig, bruine banken met canvas kussens. Mijn ateliertje met verwarming ligt achter op het terrein. Het is altijd een beetje eenzaam in het begin. In het restaurant buiten de poort zijn er eerpels, pasta, kool, brood en worst voor lunch en avondeten. Ik bedank de serveerster hartelijk in het Chinees. Buitenlands is buitenlands, nietwaar?


Hongarije in oktober

De treinen zoals ze horen te zijn, ouderwets met stevige rekken waar je je koffer nauwelijks in of uit krijgt. Roestige ramen, buiten zijn de weiden vol witte paarden. Dit mooie land vol goudgele- en rode herfstbladeren ziet er een beetje rommelig uit. In Budapest zie ik de hoge versierde panden met gebladderde gevels waaraan het stuc ontbreekt. Imposante bronzen beelden van woeste Mongolen op paarden met hertengeweien. Een verrassing: mijn beeldje is het boegbeeld van Budapest! Echt waar!



Naar Kecskemet, Hongarije

Wat weet ik eigenlijk van Hongarije? Niet veel. Rond 1915 betoverde mijn Hongaarse oom Lazlo mijn tante Zus met zijn vioolspel. Ze gingen in Bilthoven wonen en hij heeft nooit meer zijn Geige aangeraakt. Ik plak de AH zegeltjes in zodat ik het huis opgeruimd achterlaat, op Schiphol zie ik mijn Spinijntje(spinoza nijntje) in de aanbieding staan bij souvenirs. Ik ga!


3 October 2016

Sprakeloos

Ik geloof het nog niet. Of ik even aan tafel wil komen zitten. De directeur van Tree Art Museum vraagt mij of ik het beeldje van de dansers drie meter groot kan maken. Ja, natuurlijk kan ik dat. Wat ik nodig heb is een studio, materiaal, een assistent, tickets en een Chinese taalleraar. Het werk wordt in brons gegoten en gaat naar drie exposities. Misschien willen ze nog ander werk?  Ze denken er nu over na. Vanavond naar een speciaal restaurant 'vlak bij', een dik uur rijden in Beijing is niks! Morgenochtend vroeg pakken we het vliegtuig terug.
Ik ben de hele avond nog sprakeloos.
Saskia





Hemels

1 oktober 1949, begin van volksrepubliek China. Op het Plein van de Hemelse Vrede zijn nu feestelijke parades. In twee uur rijden we naar een museum in Tienjin, havenstad van Beijing, (13 miljoen inwoners) waar een jaar geleden een industrieterrein is weggevaagd door een explosie met chemicaliën.
De burgemeester, wat regeringsmannen en zakenmannen speechen, na een rijke lunch met wijn, de hele middag over de toekomst met kunst. De economie zoekt namelijk een nieuwe culturele weg en lege musea hebben ze hier genoeg. Onze museumdirecteur zingt een liedje bij de gitaar en iedereen krijgt, heel modern, koffie. Wat een ontvangst! We worden als VIP's onthaald. Elke minuut wordt gefotografeerd. 's Avonds is er een muziekband met barbecue buiten en worden onze cadeaus overhandigd. Na een paar glazen wijn wordt het gezellig; de vertalers rennen heen en weer. Maar chinezen kunnen niet tegen drank dus er is geen werkpresentatie en we gaan hals over kop weg.
Wat een geweldig onthaal hebben wij, buitenlandse kunstenaars, gekregen! In het regeringshotel kunnen we om half negen geen borrel aan de bar krijgen.
Morgen gaan we Tienjin in.
Hoe ga ik thuis weer wennen aan het gewone leven?
Saskia








1 October 2016

Museum 'Boomschors'

Vanochtend bezocht: een museum met een buitenkant als boomschors met grote, morsige ruimtes vol kunst. Kunst? Ja, toch wel. Beelden van namaakbont,
bronskleurig plastic en ook veel aan de wand. Porseleinen platen met klassiek geschilderde voorstellingen en buiten is er een kunstbeurs. Tijdens de lunch maak ik kennis met een schilder.
In zijn studio staan rijen schilderijen met bekende figuren uit China en uit de rest van de wereld. Ik herken de filosofen uit mijn tekenboek en toon ze aan de schilder op mijn telefoontje. Hij spreekt geen Engels dus is zijn reactie lauw maar mijn Chinees wordt steeds beter.
Saskia
Ps. Morgen gaan we naar Tianjin om voor de conferentie een lezing/presentie van ons werk te geven.






Vrienden

Beijing heeft maar achttien miljoen inwoners, Shanghai heeft er drieëntwintig. Het is een woud van wolkenkrabbers! Ondanks de hoge snelheidstrein naar Beijing komen we bijna te laat bij onze opening in het Tree Art Museum. Ik zie meteen mijn werk staan, wat een sensatie! Ons werk staat anders opgesteld dan verwacht en het museum is ook anders dan op de foto's maar het is prachtig van architectuur met veel glas en water. De leuke achtergrondtekeningen blijken van de spil van de expositie; Niou Bo, beroemd kunstenaar. Ik complimenteer hem in het chinees, maar hij mijdt mij de rest van de avond.
Na het diner met de museumdirecteur zoeken we een bar en na een half uur lopen langs de snelweg komen we bij een plek waar mannen verveeld aan tafeltjes hangen. Een koppel probeert in een microfoon eenstemmig te zingen. Zeepbellen geven een romantische touch. De man sleept een kleuter op zijn schouder mee. Dat kind wil natuurlijk niet! De muziek staat keihard en het moet eng zijn met al die halfdronken mensen. We worden met iedereen vrienden. .
Saskia
Ps. Vandaag gaan we de galeries bekijken. Ik heb rood papier met goudvlokken gekocht.


Achter mijn rechterschouder zie je onze namen.

De hotelkamer

Het is een zaal waarin ik vannacht slaap. Een bed voor vijf personen met een matras als een wolk. Je voelt je meteen verloren, waar zijn de anderen?

Een douche met een enorme douchekop, een apart bad, een ijskast vol met lekkers. Briefpapier, een lel van een tv (doet het niet) en een zitkamer, alles uitgevoerd in Louis Seize. Dat wil zeggen witte lak met gouden krullen, (ook het kastje met de gasaansluiting voor warm water). De badlakens doen helemaal hun naam eer aan, gouden kranen en alle badproducten waar een mens van dromen kan. Er is zelfs een strijkplank. (Huh? Dat WORDT toch voor me gedaan?) maar dat bed, dat slaat alles. Zelfs als ik er diagonaal in ga liggen kan ik er nog in zwemmen.

In de gangen met hoogpolig tapijt waar je tot over je knieën inzakt staan sierlijke bakken met wit zand waarin het logo van het hotel met een stempel is ingedrukt. Dat is om je sigarettenpeuk in uit te maken. Is het wel zand?
Saskia



29 September 2016

Langs de gele rivier

In de boomgaard is het 's ochtends verse dadels plukken, hele zakken vol. Tussen de dadelbomen onder een dak van plastic zeil groeien kousenband bonen. Oma van 90 plukt mee, ze heeft  nooit anders gedaan. Het is oogsttijd en de maïskolven liggen als gele tapijten te drogen. Daarnaast is een kleuterschooltje met een veldje met groene kolen. In de klas staan stenen platen op bakstenen als werktafels en vierentwintig kleuters op bamboe krukjes staren ons aan. Op het bord staat: onweer, vorst, regen, wind. De tv in de hoek toont een enge film. De meisjes en jongens hebben geschoren stekelhaar en zompige kleertjes. Het is net een plaatje uit een kinderboek.
Een burcht uit de Qing dynastie bezoeken we en dat is geweldig: er wordt een opera met muziek gespeeld, je kunt in de slaapvertrekken kijken en ook bovenop het fort lopen. Het is een van de weinige gebouwen die niet sneuvelde onder Mao.

Op het conferentieterrein voor de historische dorpen is het een drukte van belang, uit heel China komt het publiek. Waar gisteren de werkmensen nog volop aan het werk waren is nu alles klaar om iedereen te ontvangen. We krijgen een tas met informatie en fruit uit de regio. Er zit geen plan achter dit prestige project van de regering. Volgende week weet niemand wat er mee te doen en over vijf jaar is het waarschijnlijk vervallen. Maar nu merk je er niks van; er staat een buffet voor duizenden mensen klaar.
Saskia




27 September 2016

Binzhou, Shangdongprovince, dichtbij de oceaan.

Na twaalf uur en tweeduizend kilometer komen we aan in een hotel van grote klasse. Hoogglanzende vloeren, plastic bloemen, luchters hoog in de ruime hal. Kruiers rennen af en aan, het ontbijt geeft slappe koffie, gebakken groenten, vlees, soep, gestoomde broodjes. Het bad in de kamer is zo vies dat ik er niet in ga. De stad is grauw en vol smog. Vele mensen dragen een mondkapje. We zijn hier voor 'the China nationaal conference on historic villages'. Belangrijke mannen speechen lang en er staat een weefgetouw op het podium, onder een strooien afdakje. Het middagmaal is met verschillende paddenstoelen uit de streek. In een park wel vier Hollandse kartonnen namaakmolens in Holland village!
Werkers, getaande mannen en vrouwen, maken een gloednieuw gebouwd oud dorpje  af. Alles is nieuw-oud, prachtig en nieuw. Iedereen dromt om ons heen om weer te filmen en foto's te maken dat het een aard heeft. Maïskolven liggen in velden langs de weg te drogen. Vanavond is een banket met verfijnde keuken waar we cadeaus aanbieden aan onze sponsoren.
Saskia




25 September 2016

Yaoli

Laatste dag naar het antieke bergdorpje Yaoli. Inmiddels heb ik zes kleine en drie grote vazen beschilderd. Die grote zijn gevaarlijk want ze kunnen omvallen in de oven. Vanochtend breng ik de laatste vaas per taxi naar de oven in de stad. De weg zit vol gaten en de vaas op mijn schoot danst bijna tegen het dak. Op vijf vazen zijn  de tekening niet goed doorgekomen, jammer. De presentaties, gisteravond, van de kunstenaars over hun werk waren leuk. Twee tekeningen van hardrenners laat ik hier achter. Of ze ooit opgespannen en ingelijst worden, zoals mij  verteld is? Elke dag veranderen de plannen dus ik verwacht niets.
Morgen gaan we naar Shangdong voor de conferentie. (?)
Saskia




De grote baas

Grote vellen van twee bij een meter rijstpapier liggen op de grond. Alle troep in de oude stenen ruimte om mij heen opgeruimd en ik teken het Chinese landschap met inkt. Het papier scheurt vanwege teveel water maar dat geeft niet. De afgeplakte plateaus, puntige bergen en uitwaaierende wijde velden, alles in lijnen. Natuurlijk gaat het niet goed, het zijn nog maar de eersten. Er moeten nog minstens tien gemaakt in verschillende kleuren en maten. Met betonkrammen spijker ik ze op de muur.
Ik lees de biografie van Steve Jobs, wiens karakter veel lijkt op dat van de grote baas van San Bao. Beetje bij beetje praat ik meer Chinees. Nog steeds geen internet dus ik moet een truc bedenken.



Chinese bergen

Na twee dagen spelen heb ik de collectie beelden klaar. Waarom is het klaar? Om dat ze beginnen te splijten, te breken, in elkaar te storten. Het zijn beelden van de Chinese bergen. Er is klei genoeg, ik kan doen wat ik wil. Ik maak verschuivende rotsen, verzakkend gesteente, diepe spelonken, rood wit en zwart beschilderd. Het zijn beelden die ik nooit eerder maakte.

Het voelt zoals de beginjaren op de Antillen. Daar was niks, niemand wilde iets van mij, ik kon zelf bedenken wat ik ging doen en dat is hier ook zo. Als ik straks wegga laat ik alles achter. Ik bekommer me niet om houdbaarheid, technische uitwerking, of het voor de eeuwigheid is. Welnee! Het is alleen voor deze week!








19 September 2016

Terug naar San Bao

Terug naar waar ik zeven jaar geleden aankwam, in San Bao, Jingdezhen.
Maar het verschil met toen en nu is dat er een grote snelweg door het oude dorpje en het bos aangelegd wordt. De hele dag zijn hijskranen in de weer met stenen.
Ik krijg de mooiste slaapkamer (nu met uitzicht op de snelweg) en het beste atelier.

We blijven hier tien dagen. Daarna gaan we naar verschillende centra om presentaties van werk te geven. Na een dag werken aan een ingezakt beeld is het duidelijk dat ik geen werk meeneem.
Ik besluit om te gaan spelen. Negen dagen is dan ineens een hele tijd. Ik kijk uit mijn raam en zie bergen in de mist. Hun toppen steken door een kraag van mistwolken.
Een Chinees landschap van klei, dat zal het worden.
Saskia

15 September 2016

Tien koffers vol werk en vijf keramisten

Op Schiphol zie ik mijn medepassagiers, vier keramisten uit Frankrijk, België en Nederland die ook gaan exposeren in Peking. Eén vrouw heeft op het laatst toch geen visum gekregen. Wij kennen elkaar niet. Meteen gaat het gesprek over klei delven, boeken over keramiek en over je atelier achterlaten. Iedereen heeft dik anderhalve koffer met werk meegenomen. Tijdens de vlucht zie ik een film over Peggy Gugenheim, over haar verzameling van moderne kunst, gekozen op haar intuïtieve manier, wat later in twee leuke musea in Venetië en in New York uitmondde. Meteen na aankomst krijgen we een exquise diner aangeboden met garnalen, truffels en rode wijn in een restaurant omringd door de duurste winkels. Het is duidelijk: hier word je als keramist enorm hoog gewaardeerd!
Saskia