29 November 2016

Haast

Soms heb je wèl- en soms heb je geen haast. Heel zelden heb je het allebei in dezelfde periode. Dat overkomt me nu. Haast om nog zoveel mogelijk te maken nu ik in de schwung van het maken zit en geen haast omdat er eigenlijk niks meer mogelijk is vanwege het drogen en stoken van de klei. Ik zoek de grens op, hoe snel kan je maken? Heel snel. Maar dat is niet snel genoeg en dus wordt het haast. Haast kan niet in keramiekland. Het materiaal laat zich niet dwingen. Of toch wel? Ik zet de verwarming op zijn hoogst, plaats mijn werkjes erop en de volgende morgen is het wit uitgeslagen van de droogte. Mag helemaal niet, klei wil alles langzaam. Ik wil alles snel. Dus ik hol alles uit tot de limiet, verwarm mijn studiootje tot een oven. Ik wil zeker nog vier dingen maken want ik heb haast. Dat krijg je met een nieuwkomer als ik, die denkt van alles te kunnen afdwingen! Het lukt me nog ook.


27 November 2016

Budapest

Overal staan bronzen beelden op pleinen, bruggen en in parkjes.  Eeuwen geleden was het een komen en gaan van Romeinen, Hunnen, Magyaren, Mongolen en Ottomanen. Ze hebben hier zoveel vreemde volken gezien dat ze daarom de intocht van vandaag stoppen? Het is groot vuildag in Budapest, hele inboedels liggen in grote hopen op straat, overspoeld door dakloos gespuis. Veel karpatenkoppen. Een laag communisme kleeft aan de berg oude computers, koffertelevisies en centrifuges . We drinken een kopje koffie in het duurste cafe met een explosie aan goud barok. Hotel Americain in Amsterdam lijkt hierbij vergeleken een hondenhok.



De Witte Koningin

Porselein is De Witte Koningin van de klei. Zìj stelt de eisen, de voorwaarden, de uitkomsten. Aan haar grillen dien je je, als porselein-keramist te onderwerpen. Jìj bent slaaf. Soms verplaats je een object van porselein voorzichtig maar toch is het kwaad dan al gebeurd: een haarscheur. Porselein kan vliesdun zijn, als papier en melkachtig doorzichtig.
Groot werk van porselein kan niet gemaakt, het materiaal is onvoorspelbaar, heeft te veel eigen karakter. Vele keramisten wijden hun hele leven aan het gevecht met deze klei. Niet velen winnen de strijd want De Witte Koningin regeert. Ik ben geen slaaf van De Witte Koningin want ik werk met groffe klei uit Kecskemét. Die doet precies wat ìk wil.


Een andere kloosterbewoonster

In Hongarije leer ik veel over andere plekken op de wereld. De juffrouw uit Singapore (42, vegetariër, keramiste) gaat eerst een dagje naar Budapest en dan een halve dag in het thermische bad liggen. Ze lanterfant lekker door de stad, hier en daar taartje eten of een zak chips. Ze koopt een fles  Hongaarse wodka en schenkt me bij de middagworst een glaasje. In Singapore, vertelt ze, wacht iedereen op zijn beurt. Het land is één grote peperdure stad, de kinderen weten niet wat een kip is en klei aanraken? Té vies. Je werkt twaalf uur, kijkt tv, je slaapt. Gooi je een propje op de grond: € 100 boete. De juffrouw reisde de hele wereld rond, Griekenland, Australië, Spanje. China was niet prettig, ze zag er warm hondenvlees op de markt. Hier houdt ze vrolijk vakantie, thuis werkt ze 'like a dog'. Ik snap waarom, ze wil haar hondenleven niet op een marktkraam tegenkomen.


De eerste oogst

De hele dag drentel ik rondom de oven. Hij moet afkoelen en dat duurt. Bij honderd graden wil ik kijken, maar dan duurt het nog lang voordat de deur open mag. Het is anders dan in Jingdezhen, daar kan je meteen de volgende dag al je resultaat zien. Hier niet. Eerst twee weken werken en wachten. Buiten slaat de regen tegen de ramen, en als de oven eigenlijk nog te heet is loer ik naar binnen. Oei, het rood is niet rood en het zwart niet zwart genoeg zie ik meteen. Maar als alles op de tafel staat ben ik blij. Dansen met de Hongaarse Hertog is het thema. Die hertog loopt hier ergens rond, of hij danst weet ik niet. Maar in mijn werk danst ie wel en hoe. Ik heb het zelf bedacht en gemaakt, het was er niet tòt ik het maakte. 
Met klei werken is veel moeilijker dan ik dacht. Er zijn gebakken kleien objecten gevonden van twintigduizend jaar oud. Keramisten hebben mijn diepe respect.


De stad in..

Na een week binnen de poort moet je toch eens buiten kijken. Er ligt nog steeds een laag herfstbladeren en ik loop door de vriendelijke straten van Kecskemèt. De huizen zijn zachtgeel of groen en lieflijk gedecoreerd. Het stuc valt de muren. Veel deuren zijn verveloos. Roestige ornamenten in de ijzeren hekken. De kerktoren draagt een ui als piek. Daar is het centrum al met de nieuwe shoppingmall! Ineens sta ik in H&M voor de spiegel. 
Het is meteen duidelijk: ik moet per direct nieuwe kleding kopen want in mijn fleecebroek en oude jekker oog ik als een beer in zijn winterhol. Zonder iets te kopen ren ik terug naar het klooster waar mijn eerste werkstuk in de oven staat te branden. Na twee weken isolatie ben ik al niet meer geschikt voor de gewone wereld.

Catacomben

De mensen zijn in de breedte gekleed, brede petten en brede jassen, truien met breedte strepen. Geen langwerpige tassen maar brede. Zelfs hun haar is in de breedte. Technisch specialiste (ook beetje breed) Klari troont me mee, ik moet zien hoe de kleur van mijn klei wordt na de bakking. We gaan een trap af, de catacomben in en ze opent met twee sleutels een stalen deur. Boven mijn hoofd bengelt een elektrische peer. Ik zie lange rekken vol met keramische kunstwerken van Japanners, Engelsen, Duitsers, Chinezen, Hongaren. 
We lopen door de ene na de andere gang, het houdt niet op. Van alle grote namen uit de keramiekwereld Is hier werk opgeslagen! Het is een wonder, deze verzameling. In wisselende tentoonstellingen wordt dit werk getoond. Bij het weggaan sluit Klari de stalen deuren zorgvuldig af, alsof het gevangenen betreft. Ik ben vergeten te kijken naar de kleur van mijn klei.


Het klooster

Hongarije, Kecskemét.
Er is haast niemand in het centrum, behalve de ovenbouwer en de technische specialiste. Mijn dagritme: om vijf uur wakkerworden, schrijven, lang douchen (een luxe!) en na brood met worst werk ik tot klokslag twaalf. Dan wandel ik door het dorpsstraatje naar het familierestaurant om de hoek en eet een bordje met het menu van de dag. In een geëmailleerd pannetje thuis opeten is goedkoper maar dat doe ik natuurlijk niet! Ik werk door  tot het donker is, om half zes. Daarna val ik in een soort suffig niets. Een glas wijn, een snee brood en wachten op de morgenstond. De enige haast die ik heb is het volgen van het licht, het is steeds vroeger donker en het licht heb ik nodig. Maar het is vrijdagavond en dus feest in het familierestaurant met een band die muziek speelt uit de zestiger jaren!

3 November 2016

Hongarije

Een bordje eten voor drie euro.
Ik kom aan in een verlaten kloosterachtig centrum (grote houten poort). Een dik tapijt van gele bladeren bedekt de bolle keien. Behalve de portierster is het centrum totaal verlaten want het is Aller Heiligen. Mijn bed, zestig centimeter breed, past net in het kamertje. Er is een bibliotheek stampvol jaargangen National Geographic. Het meubilair dateert uit de jaren zeventig, bruine banken met canvas kussens. Mijn ateliertje met verwarming ligt achter op het terrein. Het is altijd een beetje eenzaam in het begin. In het restaurant buiten de poort zijn er eerpels, pasta, kool, brood en worst voor lunch en avondeten. Ik bedank de serveerster hartelijk in het Chinees. Buitenlands is buitenlands, nietwaar?


Hongarije in oktober

De treinen zoals ze horen te zijn, ouderwets met stevige rekken waar je je koffer nauwelijks in of uit krijgt. Roestige ramen, buiten zijn de weiden vol witte paarden. Dit mooie land vol goudgele- en rode herfstbladeren ziet er een beetje rommelig uit. In Budapest zie ik de hoge versierde panden met gebladderde gevels waaraan het stuc ontbreekt. Imposante bronzen beelden van woeste Mongolen op paarden met hertengeweien. Een verrassing: mijn beeldje is het boegbeeld van Budapest! Echt waar!



Naar Kecskemet, Hongarije

Wat weet ik eigenlijk van Hongarije? Niet veel. Rond 1915 betoverde mijn Hongaarse oom Lazlo mijn tante Zus met zijn vioolspel. Ze gingen in Bilthoven wonen en hij heeft nooit meer zijn Geige aangeraakt. Ik plak de AH zegeltjes in zodat ik het huis opgeruimd achterlaat, op Schiphol zie ik mijn Spinijntje(spinoza nijntje) in de aanbieding staan bij souvenirs. Ik ga!